Terminologie
Terminologie
Deze woorden moet je kennen!
Terminologie
Discgolf heeft de meeste termen overgenomen van golfsport. De betekenis van de belangrijkste termen die je tijdens het discgolfen gebruikt, hebben wij in onderstaande tabel op een rijtje gezet.
De belangrijkste termen
- Course
- Dit is de baan waarop je speelt.
- Hole
- In golf speel je naar een gat(hole) in de grond. Bij discgolf gooi je naar een target(doel), ook wel basket of polehole genoemd en is het hele speelveld van Tee t/m de basket. Tevens is elk speelveld opvolgend genummerd, dit zie je terug in de benaming van elk speelveld (“Hole 1”, “Hole 2”, “Hole 3” etc.)
- Tee
- De afwerpplek.
- Tee time
- Dit is de afgesproken tijd om samen te komen bij een aangegeven hole.
- Four!
- Dit zeg je wanneer je disc onverwachts in de richting van andere mensen vliegt en ze dreigt te raken. Als je iemand dit hoort roepen, let dan goed op! Misschien roepen ze het wel naar jou. De meeste parkgebruikers kennen dit niet, vandaar dat je beter kunt wachten tot je zeker weet dat je niemand raakt.
- Putten
- Dit is het gooien van je putter (naam van de langzamere disc) naar de basket. Als deze in de basket blijft heb je een put gemaakt.
- Drive
- Het gooien van een disc vanaf de tee of over een lange afstand heet een drive. De disc die je hiervoor gebruikt heet een driver of fairway driver.
- Fairway
- De fairway is het gedeelte van een hole die de makkelijkste route naar de hole (target) bevat. Vaak is het gras hier korter gemaaid en ook meteen de looproute.
- Par
- Het maximaal aantal worpen per moeilijkheidsgraad, om een hole af te ronden.
- Birdy
- Wanneer je een worp minder nodig hebt dan par.
- Eagle
- Wanneer je 2 worpen minder nodig heb dan par.
- Ace
- Wanneer je jouw disc in één worp vanaf de tee in de basket gooit.
- Bogey
- Wanneer je een worp extra nodig hebt dan par.
- Double bogey
- 2 worpen extra.
- Spotter
- Iemand die op de uitkijk staat of de hole vrij is om veilig te gooien of iemand die oplet waar je disc land zodat je deze makkelijker terug vindt.
- Mando
- Dit is kort voor “mandatory” oftewel verplichting. Een mando geeft aan aan welke kant je dit obstakel moet passeren. Er kunnen meerdere mandos per hole zijn. Als je een mando mist, dus wanneer je aan de verkeerde kant er langs speelt, geldt dat je een nieuwe worp moet gooien vanaf diezelfde plek als vanaf waar je de mando gemist hebt, daarbij reken je een strafpunt (extra worp).
- Dropzone
- Sommige mando's hebben een dropzone, dit is de plek vanaf waar je moet gooien als je een mando gemist hebt. Dit is vaak de plek naast of tussen de mandos in. Je rekent ook een strafpunt wanneer er een dropzone is.
- Casual relieve
- Als je disc in water beland, dat niet OB is, dan hoef je niet perse vanuit het water te gooien. Je mag in de lijn van de basket achteruit gaan naar de eerste plek waar je veilig kunt gooien. Dit geldt ook voor prikkelbosjes en andere obstakels waar je liever niet in staat. We noemen dit casual relieve ofwel algemeen geaccepteerde vrijheid.
- OB
- Out of Bounds, oftewel buiten het speelveld. Het speelveld wordt soms afgebakend door OB. Als je disc daar beland gooi je je volgende worp 1 meter binnen het speelveld, op de plek waar je voor het laatst binnen het speelveld was. Je krijgt een strafpunt bovenop je score als je buiten het speelveld gooit.